Image

Strijdend Nederland

Strijdend Nederland

Verenigingsorgaan BOSS “Strijdend Nederland”

Uit de Statuten van de BOSS:

“De vereniging tracht haar doel al of niet in samenwerking met andere rechtspersonen te bereiken door:

  1. het uitgeven van het verenigingsorgaan “Strijdend Nederland” aan alle … genoemde leden, donateurs en aan andere personen en instanties, voor zover dit naar de mening van het Hoofdbestuur dienstig lijkt;

Contributie, abonnementen en artikelen
Leden en donateurs betalen  € 25,- contributie aan de BOSS. Leden en donateurs ontvangen Strijdend Nederland gratis. Een los abonnement voor niet-leden is niet mogelijk. Wel is, op schriftelijk verzoek en na goedkeuring door het dagelijks bestuur van de BOSS, toezending van Strijdend Nederland aan externe betrekkingen mogelijk.

De inhoud van de artikelen geeft niet noodzakelijkerwijs de mening van het hoofdbestuur of van de redactie weer. De redactie is gerechtigd artikelen te redigeren en/of te corrigeren, in te korten, te wijzigen of te weigeren.
Overnemen van artikelen en foto’s is toegestaan mits de bron wordt vermeld én een presentie/bewijs-exemplaar wordt toegezonden aan het redactieadres.

Editie september 2024 (download)

Oorsprong
Direct na het ontstaan van de Stoottroepen in het najaar van 1944 ontstond er behoefte aan een eigen blad. Als naam werd gekozen: ‘Strijdend Nederland’.
Tijdens de oorlog werden vanuit Engeland radio-uitzendingen verzorgd voor de bevolking in Nederland. Iedere uitzending begon met de eerste tonen van de vijfde symfonie van Beethoven: tu-tu-tu-tom, het morsesignaal voor de letter V (‘V’ for Victory), gevolgd door: “Hier is Radio Oranje de stem van Strijdend Nederland.”
Omdat de Stoottroepen het strijdend deel vormden van de Binnenlandse Strijdkrachten, lag de keuze van de naam ‘Strijdend Nederland’ voor de hand. Op 2 december 1944 verscheen het eerste nummer als ‘Wekelijks Orgaan voor de Stoottroepen Nederlandsche Binnenlandse Strijdkrachten’.
Al spoedig bleek dat het als onderdeelsblad, met zo’n hoge verschijningsfrequentie en door gebrek aan kopij, niet was te handhaven. De BOS nam het in augustus 1946 over. Het is nog steeds hèt blad voor de oudere en jonge Stoters.

Uit de ‘oude doos’: de ‘geboorte’ van Strijdend Nederland
Gelukkig bevindt zich in de Historische Collectie Regiment Stoottroepen Prins Bernhard het verslag van een bijeenkomst, waarin Strijdend Nederland aan de orde is geweest. 
 “Op 27 november 1944 vindt er een bijeenkomst plaats waaraan Peter Borghouts, Tonny Gerritsen, Jacques Crasborn, Sjef de Groot, Bep van Kooten en W. van de Poll deelnemen. Ook zijn aanwezig ‘Fred’ en ‘Jan’.
Peter Borghouts begint de bijeenkomst met de mededeling dat het de bedoeling is over te gaan tot de uitgave van een contactblad met de naam ‘Strijdend Nederland’. De eerste uitgave moet verschijnen op 2 december 1944. Het blad is bedoeld voor alle troepen van Commando Zuid en waarschijnlijk zal het laten verschijnen van het blad later worden overgenomen door het ‘landelijk commando’. Het doel van de uitgave van een eigen blad is ‘contacten te onderhouden tussen onderdelen van het Commando Zuid en tussen de manschappen van het Commando onderling’. Het zal de geest moeten ademen die kenmerkend is voor de Stoottroepen en de spreekbuis zijn, niet alleen van Commando Zuid, maar ook van de provinciale commandanten en van de mannen van de troepen. Kort gezegd: een algemeen blad, bezield met de Nederlandse geest, dat het handhaven van de eenheid binnen de Stoottroepen voor ogen heeft.
De provinciale commandanten zullen in het blad de gelegenheid krijgen zaken die zij nodig achten onder de aandacht te brengen. Zo worden de afzonderlijke provinciale contactblaadjes overbodig. Het ‘niveau’ van het blad moet er op gericht zijn er een blad voor de troep van te maken. De jongens hebben behoefte aan een opwekkend woord en daarnaast moeten zij in de goede geest worden opgevoed. Inhoudelijk mag het blad, vooral de eerste tijd, niet te ‘zwaar’ zijn.”

Na enige discussie over een algemene landelijke uitgave die alle contactblaadjes moet gaan vervangen (er bestonden alleen al in Brabant en Limburg 25 blaadjes) was men het erover eens dat Strijdend Nederland in de eerste plaats een mededelingenblad moest worden, maar “vooral een blad dat de geest die onder de troepen heerst, levendig houdt”. En het mocht vooral geen Brabants, Limburgs of Zeeuws onderonsje worden.

Om alles in goede banen te leiden werd er een redactiecommissie samengesteld die kon uitmaken hoe de inhoud van Strijdend Nederland er ging uitzien. Het voorstel luidde: twee bladzijden voor ‘algemeen’, één bladzijde voor Brabant en één bladzijde voor Limburg. Geen familieberichten (dat moest gebeuren in particuliere correspondentie). Iemand merkte nog op dat Nederland grotendeels gelovig is en dat het dus ook een blad moest worden waarin het geloof bespreekbaar was. Borghouts reageerde hierop door te stellen dat het gros van Nederland inderdaad gelovig is maar het woord ‘algemeen’ ook duidelijk als ‘algemeen’ is bedoeld. Strijdend Nederland mocht in geen geval een blad worden met een godsdienstige ondertoon. Het was (én is) er voor iedereen. In de redactiecommissie hebben in eerste instantie Commandant Zuid en de provinciale commandanten zitting.

Op elke maandag werd er een bespreking gehouden met de ‘persleiders’ van Brabant, Limburg en Zeeland die dan ook hun kopij meebrachten. Het blad verscheen op vrijdag. Strijdend Nederland was dus in het begin een weekblad.

Aan het eind van de bijeenkomst verstrekte de heer Van de Poll nog wat aanvullende censuurbepalingen en deelde mee dat in de eerste uitgave een artikel van prins Bernhard (met foto) zou verschijnen (zie afbeelding).
‘Jan’ stelde nog voor wekelijks ook een militair overzicht op te nemen omdat de jongens zonder stroom, zonder radio en zonder nieuws zaten. Zo gezegd, zo gedaan.
Op 2 december 1944 valt de eerste uitgave van Strijdend Nederland bij de mannen in ‘de brievenbus’ (dat was dus in veel gevallen de schuttersput).

Strijdend Nederland was geboren!

Afbeelding van de eerste uitgave van Strijdend Nederland op 2 december 1944.