Image

Van de Voorzitter

Van de voorzitter Oktober 2025

 

Het gebeurt niet vaak en het is ook al weer lang geleden dat er iemand reageerde op mijn column in Strijdend Nederland, maar mijn column in het julinummer van dit jaar leverde wel een paar -inhoudelijk wisselende- reacties op. Enkele opmerkingen daarbij waren, dat een dergelijke column niet in Strijdend Nederland zou moeten/mogen verschijnen, omdat deze eenzijdig zou zijn, politiek geladen is, niet past bij de functie van voorzitter van de BOSS of niet relevant zou zijn voor de Stoottroepen. Nu ben ik in mijn columns wel vaker kritisch geweest op de houding van de politiek o.a. t.a.v. Dutchbat III, het Indië-onderzoek, de excuses van de Koning aan Indonesië, de slag om Chora of het bombardement op Hawija en de enorme bezuinigingen op defensie, maar ook de strijd in Gaza en Oekraïne zijn al enkele keren voorbijgekomen, zonder dat mij toen iets verweten werd. Kennelijk ligt dat allemaal minder gevoelig als het conflict in Gaza. Intussen hebben we gezien hoe Gaza de maatschappij en de politiek in Nederland verdeeld. 

In mijn column heb ik onvoldoende aangegeven waarom ik juist Gaza gekozen heb en niet een van de vele andere conflicten in de wereld, waar evengoed het Internationaal Humanitair Recht wordt geschonden. De reden is dat in Gaza een strijd tussen een staat, die door mij als bevriend beschouwd wordt, tegen een organisatie die door mij als een terreurorganisatie beschouwd wordt. Van een terreurorganisatie verwacht ik niet dat zij zich aan het Internationaal Humanitair Recht houden, net zomin ik dat verwacht van een autoritair bewind. Hamas beroept zich ook niet op het Internationaal Humanitair Recht. Van een democratische rechtsstaat, die zich laat voorstaan op het meest morele leger ter wereld en daarnaast de dominante macht in de regio is, verwacht ik dat die zich wel aan het Internationaal Humanitair Recht houdt, zeker als zij zich daarop beroept. Dat was voor mij de trigger om deze column te schrijven. Omdat het Internationaal Humanitair Recht ook geldt voor de Nederlandse Krijgsmacht en dus ook voor Stoters, maakte het m.i. relevant om dit in Strijdend Nederland aan de orde te stellen. 

In de discussies over deze column ben ik wel tot het besef gekomen dat ik deze column meer als oud-militair en oud docent militaire ethiek, dan als voorzitter van de BOSS geschreven heb. Wat dat betreft had de verschijningsvorm anders gemoeten. Een ander punt is of een dergelijke column in Strijdend Nederland thuishoort. Die vraag zou beantwoord moeten worden vanuit een redactiestatuut. Dat is een mooi punt om te bespreken in een overleg met de redactie en het hoofdbestuur. 

Het voortbestaan van de Johan Willen Frisokazerne

De Johan Willem Frisokazerne is sinds de oprichting van 13 Infanteriebataljon Stoottroepen Prins Bernhard op 1 januari 1994 altijd de thuisbasis van het bataljon geweest. De geschiedenis van de kazerne en Assen als garnizoensstad is echter al veel ouder. Aanleiding voor het plaatsen van militairen in Assen was de ontsnapping van zes gevangenen uit de verouderde gevangenis aan de Kloosterstraat in de nacht van 28 op 29 augustus 1841. Ter versterking van de bewaking werden toen 32 militairen vanuit Coevorden overgeplaatst naar Assen. Aanvankelijk werden deze ingekwartierd bij Assenaren, maar in 1851 werd het oude gemeentehuis van Assen hun onderkomen. In 1881 groeide de militaire aanwezigheid uit naar twee bataljons infanterie en werden de faciliteiten uitgebreid. Er werd een schietbaan aangelegd op de Witterheide en de eerste kazerne langs de Vaart, de Wilhelminakazerne, het huidige gebouw 14, werd in 1893 opgeleverd. In 1895 en 1903 kwamen daar resp. de Emmakazerne (gebouw 15), de Hendrikkazerne (gebouw 16), een bureelgebouw voor de regimentsstaf en repetitieruimte voor de Stafmuziek (het huidige gebouw 8 met daarin de historische collectie van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard) en een militair hospitaal (het vroegere gebouw 101) bij. Er werden drie bataljons van het 1e Regiment Infanterie gelegerd. De drie kazernes vormen tot op heden, samen met het hek met de schildwachthuisjes, het monumentale aangezicht gezien vanaf de Vaart. In de loop van de tijd werd het terrein uitgebreid met een magazijn voor kleding en nachtleger, een badhuis en een paardenstal met rijbaan bij, die later allemaal zijn afgebroken. 

Het terrein bleef tot aan de Tweede Wereldoorlog in gebruik bij de Landmacht. Na terugkeer uit Nederlands-Indië werd de kazerne in 1950 de thuisbasis voor 42 Zelfstandige Infanterie Brigade, later 42 Pantserinfanteriebrigade en werd de kazerne uitgebreid. Zo werd gebouw 22 het bureelgebouw van Staf 42 Painfbrig en werden de pantserinfanteriecompagnieën van 43 Painfbat gelegerd in de huidige gebouwen 17, 18 en 19. Die gebouwen waren tevens geschikt als mobilisabel hospitaal. Met de mechanisatie van de landmacht werd ook de JWF-kazerne gemoderniseerd, met de bouw van moderne werkplaatsen in de jaren 80. 

Na de val van de muur en de daaropvolgende opschorting van de opkomstplicht voor dienstplichtige militairen en het opheffen van allerlei eenheden, waaronder 42 Pantserinfanteriebrigade, werd 43 Painfbat in 1994 omgevormd naar 13 Infbat luchtmobiel. Omdat het bataljon op de JWF-kazerne gelegerd bleef, was het voortbestaan van de kazerne vooralsnog veiliggesteld en werd er nog geïnvesteerd in de kazerne in de vorm van modernere legeringsgebouwen en sportfaciliteiten. De noodzakelijke investeringen in een modern KEK-gebouw (Keuken, eetzalen en kantine) bleef echter uit. Door latere bezuinigingsslagen werd het voortbestaan van de kazerne en van 13 Infbat RSPB meerdere malen bedreigd. O.a. door inzet van de provincie Drenthe en de gemeente Assen is die dreiging steeds afgewend en bleef het bataljon in Assen. De vrijgekomen ruimte op de kazerne werd benut door ruimte te bieden aan de Dienst Justitiële Inrichtingen. 

De huidige geopolitieke situatie heeft de dreiging van sluiting nog verder afgewend. Eind augustus werden in gebouw 8, het Stoottroepenmuseum, afspraken bekrachtigd door de ministeries van Defensie en Binnenlandse Zaken, de provincie Drenthe, de gemeente Assen en partners uit het onderwijs en bedrijfsleven. Daarmee wordt voortgebouwd op de sterke samenwerking die er al die jaren al was en is een belangrijke stap gezet voor de toekomst van de Johan Willem Frisokazerne.

De kazerne wordt compacter en efficiënter ingericht, waardoor er plaats komt voor de komst van een weerbaarheidscentrum bestaand uit een internationale crisissimulatieruimte en een reservistencentrum. Deze veiligheidscampus is niet alleen van belang voor Defensie, maar ook voor onderwijs, innovatie en rijksdiensten en opent de kazerne hiermee haar poorten naar de regio en samenleving. Voor 13 Infanteriebataljon (RSPB) betekent het een stevige verankering in Assen en blijft de kazerne in Assen een van de weinige locaties waar defensie goed zichtbaar is voor de samenleving.

Ad Wagemakers, Voorzitter BOSS